STEMMEN UIT DE PRAKTIJK

 

D. Koppenol
“Hoe moeten we een geit verzorgen om haar in conditie te houden.”
Ten eerste wil ik beginnen met de vraag te stellen waar huisvesten we onze geiten. Dat kan zijn: 1. Altijd op stal of 2. ’s Zomers in de weide en ’s winters op stal. Deze eerste vraag is van grote betekenis, omdat dit bij vele geitenhouders nog te wensen over laat.
We kunnen onze geiten op stal vastzetten aan een touw of aan een ketting, of we laten ze in boxen van 140-120 cm rondlopen. Volgens mijn mening is dit laatste tevens het beste. Vooral voor jongere dieren, die moeten namelijk nog groeien en zitten ze in boxen dan zal dit hun ontwikkeling ongetwijfeld ten goede komen.

De voedering wil ik als tweede punt aansnijden. Tenslotte hangt het van de voedering af of een dier gezond is of niet. De dieren moeten de voornaamste stoffen ontvangen, indien wij wat van dat dier mogen verwachten. Dat kan veel melk zijn of een best exterieur.
Maar nu wat moet een geit elke dag voorgeschoteld krijgen.
1. Goed hooi; hetzij weidehooi of kanthooi. Ik denk aan 1,5 tot 2 kg, als de dieren het maar graag blijven opnemen.
2. Krachtvoer; A-B-C brok of schapebrokjes. Zelf prefereer ik het schapebrokje omdat dit kopervrij is, alhoewel ik gerust een keer A of B brok voer. Echter ik geef nooit meer dan 750 gram per dag en als de geiten droogstaan nog iets minder.
3. Ruwvoer; namelijk voederbieten of gedroogde pulp. Zelf voer ik ze allebei, maar de ene vindt dit weer gemakkelijker en de ander vindt dat weer gemakkelijker. Hiervan krijgen ze ongeveer 1 kilo per dag. ’s Zomers voer ik voor ruwvoer meestal vers gesneden gras, natuurlijk wel gras waar nooit beesten lopen, zodat het ziektevrij is.
4. Erwtenstro. Dit voer ik, omdat de geiten het graag lusten en omdat er behoorlijk wat eiwit inzit, maar ze krijgen nooit meer dan 1 pond per dag.
5. Verder voer ik enige soorten voer afwisselend, namelijk haver, boerenkool, lijnzaad, groenteafval.
Tevens hangt bij elke geit een halve liksteen.

Het derde punt waar ik iets over wil vertellen is het onderhoud. Want al hebben we nu nog zo’n beste geit, zijn hoefjes moeten zeker eens in de drie weken bijgesneden worden.
Bovendien als het een goede melkgeit is, moeten we haar ook om de andere dag borstelen. Dan verkrijgen wij ook de beste melk.
Verder moeten we de geiten regelmatig behandelen tegen maagdarmwormen en leverbot. Dit kunnen wel op verschillende wijzen doen, namelijk door ze te pillen en ze te laten spuiten door een dierenarts.
De groene leverbotpillen mag men niet te veel geven, omdat dit zwaar vergif is. Ik zou zeggen hooguit drie keer per jaar.
Voor de leverbot bestaan tegenwoordig ook pillen die niet giftig zijn en deze zijn net als maagdarmwormpillen wit.
Maagdarmwormen kunnen meer keer gegeven worden, omdat dit geen zwaar vergif is.
Tussen het pillen tegen maagdarmwormen en de leverbot moet minstens drie weken tussenruimte zitten. Wat betreft de dosering kunt u zich het beste tot uw dierenarts wenden.
Echter de dierenarts kan beide ziekten in een keer bestrijden door de geiten twee spuiten te geven.

Tenslotte als men met de geiten naar tentoonstellingen of keuringen gaat, zal men de ene geit weleens meer voer moeten geven als de andere om ze in conditie te krijgen.

Dit zijn zomaar een paar punten waarmee men rekening kan houden.
D. Koppenol
De Geitenhouder, maart 1972

 

WWW.WITTEGEITEN.ORG